De koningssteden - Reisverslag uit Errachidia, Marokko van AnneMieke - WaarBenJij.nu De koningssteden - Reisverslag uit Errachidia, Marokko van AnneMieke - WaarBenJij.nu

De koningssteden

Blijf op de hoogte en volg AnneMieke

22 December 2012 | Marokko, Errachidia

Even uitleg van een paar termen die regelmatig voorbij zullen komen:
Berbers = oorspronkelijke bewoners van Noord-Afrika, nu vooral nog te vinden in het Rif-gebergte, de Atlas en de woestijn.
Dar = traditionele villa met binnenhof.
Kasbah = fort, citadel.
Medina = de oude stad; wordt gebruikt om de oude Arabische delen van moderne steden aan te duiden.
Medersa = school voor theologie, recht, Arabische literatuur en grammatica.
Mellah = Joods kwartier van de medina.
Riad = traditioneel huis rondom een binnentuin.
Souq = markt.


Vrijdag 14 dec: Amsterdam - Marrakech
15.20 uur – 40 minuten te laat vertrekken we met vlucht HV 5753 naar Marokko. 3 uur en 42 minuten later landen we in Marrakech, waar een mevrouw van Isropa op ons staat te wachten met de benodigde vouchers. Zij wijst ons vervolgens een taxichauffeur toe die ons naar ons eerste hotel zal brengen, Riad Barokko in de medina. De beste man kan ons tot vlakbij brengen, maar voor het laatste stukje zouden we op worden gehaald door iemand van de Riad. Na een kort tochtje langs stadsmuren, door grote poorten en chaotische straatjes, komen we aan op het afgesproken pleintje. Maar niemand van de Riad te zien. Dus brengt hij ons door kleine straatjes, met allesbehalve ideale stenen voor de enorme rolkoffer van Anne Mieke, naar een willekeurige houten deur in een donker steegje. Na enkele keren te hebben aangebeld doet er een klein mannetje open en worden we binnen gelaten in een weelderig versierde villa met binnenhof met gezellige zitjes rond een klein zwembadje. De man van weinig woorden gebaart ons dat we daar plaats moeten nemen en onze paspoorten moeten inleveren. Vervolgens blijft hij een eeuw weg. Keurig had hij letter voor letter onze namen en gegevens overgeschreven in het grote boek. We krijgen twee knus ingerichte kamers toegewezen, 1 boven en 1 beneden.

Voor onze eerste Marokkaanse maaltijd begeven we ons naar het plein. Het beroemde ‘Djeema el-Fna’ plein van Marrakech, waar van alles gebeurt: verhalen vertellers, muziek, handel in de meest onzinnige dingetjes, een soort spel wat een combinatie is van vissen en spijkerpoepen en ’s avonds staan er meer dan honderd eettentjes. We laten ons al bij het eerste tentje (nr. 117) binnen kletsen. Het is namelijk niet zo makkelijk om aan deze jongens te ontkomen. Vrolijk vertellen ze je dat ze goed eten hebben “good food, no diarrea” en bij iedereen die hun praatjes niet kan weerstaan gaat er gejuich op bij de rest van de crew en wordt er een liedje gezongen. Aangezien we niet kunnen kiezen tussen al het prachtige eten wat daar is uitgestald, bieden ze aan om van alles wat klaar te maken. Dat hebben we geweten: hoewel het in mooie kleine schaaltjes wordt opgediend, krijgen we van alles wat in drievoud. Het was ook ruim voldoende geweest als we van alles wat voor 1 persoon voorgeschoteld hadden gekregen! Hoewel we eerst wat huiverig zijn voor de reactie van onze magen op dit eten en de hygiëne die zeer matig in acht wordt gehouden bij het bereiden ervan, hebben we heerlijk gegeten: aubergine, brochettes (spiesjes), tajine…
Na het eten nog even snel in de souq rond gekeken, maar met het oog op de dag van morgen, hebben we lekker bijtijds ons bed opgezocht.


Zaterdag 15 dec: Marrakech - Essaouri
Voor ons ontbijt worden we naar een verstopt kamertje aan de binnenhof geleid, waar de tafel uitgebreid gedekt wordt door twee vriendelijke oudere vrouwtjes. Een soort vierkante kaaspannenkoekjes, croissantjes, pain au chocolat, vers brood, het kan niet op! Daarna al onze spullen weer ingeladen en op weg naar Essaouira aan de kust.

Ergens halverwege sluiten we aan achter een soort opstopping bij de brug. Hoewel het duidelijk is dat het verkeer om een of andere reden stilstaat, proberen meerdere auto’s langs de rij te rijden, waardoor het alleen maar nog vaster komt te staan… Na enkele minuten kunnen we langzaam weer gaan rijden en als we de brug over zijn, proberen we te zien wat er aan de hand was. Het lijkt alsof er een politieagent een man omhelst en daarachter denken we iets onder een oranje kleed/deken te zien liggen, met daarop een rode vlek: een dood kindje? Bizar.

De tweebaanswegen zijn ook erg chaotisch: er wordt 90-100 gereden, maar er duiken om de haverklap pakezels, brommertjes en wandelaars op. Maar ook kinderen op weg van school naar huis. En soms steekt er ineens iemand over. Ook moet af en toe uitgeweken worden voor bakbrommers, langzame vrachtwagentjes die torenhoog zijn opgeladen, met ook nog mensen of kinderen bovenop de lading, auto’s die volgeladen zijn met mensen etc. Je kijkt je ogen uit, je moet wel blijven opletten. En dan nog het wegdek: op sommige plekken zijn de gaten wel heel enorm. Slalommend en stuiterend moet je je weg zien te vinden.

Als we in Essaouira aankomen, volgen we de beschrijving in ons boekje op. We brengen de auto naar de parkeerplaats vlak buiten de medina. En zoals aangekondigd worden we daarbij geholpen door een parkingservice: we worden naar een plek gewezen die wat ruimer voor ons wordt gemaakt door de auto’s voor en achter ons wat te verschuiven. We krijgen instructies voor het inparkeren en uiteindelijk wordt ons gevraagd de auto in z’n vrij, niet op de handrem en met de wielen recht achter te laten, zodat ze de rij met geparkeerde auto’s nog compacter kunnen maken. “C’est la Systeme Afrique”.
Tevens staat er een kruier voor ons klaar die ons met zijn handkar naar Riad Mimouna brengt. Hij loodst ons door een wirwar van smalle straatjes, met allerlei winkeltjes etc. Hij hoeft nog niet betaald te worden: hij belooft de volgende morgen 9.30 weer present te zijn. We komen in een groot hotel met veel mozaïek, grote banken met prachtige kussens en een fonteintje in een grote, 3 etages hoge, centrale hal. Het lijkt of we de wind horen gieren. Of is het toch het geluid van golven? Aangekomen in onze kamer blijkt het het laatste. Het hotel blijkt gelegen IN de stadmuur en vanuit onze mooie en grote kamer hebben we spectaculair uitzicht over de ‘big sea’ die 2 verdiepingen lager tegen de muren beukt.

We besluiten een stadswandeling te maken en als lunch verse vis te eten op plein bij de haven. Ook hier wordt er flink aangedrongen om bij elk tentje met “het beste eten” te komen eten en om van het gezeur af te zijn geven we het afweren al op bij nummer 2. Hier is de vis uitgestald in een soort kraampje en mogen we aanwijzen wat we willen. Om te bewijzen dat het super vers is laat de verkoper zien dat de garnalen en kreeftjes nog leven.

Na het eten lopen we wat langs de haven. Waar druk vis wordt binnengehaald en verhandeld. Met bijpassende geuren. Een oudere visser klampt ons aan en begint enthousiast te vertellen over welke boten wat gaan vangen en hoe laat ze uitvaren en weer terugkomen: behalve vandaag, vanwege de ‘big sea’. De man illustreert het een en ander met een klein boekje waarin hij dingen heeft getekend (al 10tallen jaren oud, zo te zien). Hij neemt ons mee naar boven en naar eind van de haven, waar hij vanaf de pier nog wat vertelt over de eilandjes voor de kust. Erg leuk dat hij zich zomaar als gids opwerpt, maar uiteraard is het zoals alles in Marokko niet voor niets en wordt aan het einde van het verhaal ook zijn hand uitgestoken. Hij wil zijn geld hebben. En net als de anderen meer dan een reëel bedrag. Dus natuurlijk is hij niet met muntjes tevreden en wil hij per se papier geld hebben, want “Ahmed moet ook eten”…

We kunnen vanaf de stadsmuren genieten van een prachtige zonsondergang en wederom zijn we onder de indruk van de enorme golven! Voor ons avondeten strijken we neer in een moderne pastabar, waar heerlijke Italiaanse maaltijden worden geserveerd, maar (natuurlijk) helaas zonder een lekker wijntje…
Buiten wordt er op een bepaald moment hartverscheurend gekrijst. De serveerster gaat zelfs even buiten kijken. En komt met gefronste blik weer terug, maar kon niet zien waar het vandaan kwam. Het krijsen houdt aan, nu afgewisseld met een boze mannenstem. Gaat het om huiselijk geweld? Hoewel er op straat meerdere mensen staan te kijken, maakt er niemand echt aanstalten om op onderzoek uit te gaan of in te grijpen. We gaan maar niet ook staan kijken.


Zondag 16 dec: Essaouira - Casablanca
Het ontbijt wordt geserveerd op het dak van ons hotel. Waar we weer een prachtig uitzicht hebben over de zee en de stad!

Vandaag gaan we naar het noorden en we besluiten de weg langs de kust te nemen. Door omleidingen even flink verdwaald in Safi, maar een leuke weg met uitzicht over de zee. Ook hier beukt de zee met geweld op het land in en veroorzaakt geweldige golven! Vanaf El Jadida nemen we het laatste stukje de snelweg naar Casablanca.

Aangekomen in Casablanca belanden we in extreem chaotisch verkeer! De verdeling van de rijbanen gaat hier totaal niet meer op. Zodra er ergens een gaatje is, dan gooit wel een of andere chauffeur zijn auto daarin. Zoals ook in de andere grote steden, stopt men hier ook niet netjes voor het stoplicht, maar gaat er vaak net iets voor staan. En meestal staat er ook een hele colonne brommertjes voor. Dus zodra het licht op groen springt wordt er van achteruit dringend getoeterd, zodat iedereen voor de stopstreep weet dat we kunnen. Hilarisch! Marlieke zit op dit moment achter het stuur en vindt het wel een mooi spel om de auto hier door heen te manoeuvreren. Ook Jan Willem kan wel lachen om de chaos in deze stad. Maar Anne Mieke zit achterin een beetje dood te gaan…

Casablanca zelf is verder niet zo veel aan. Veel lelijke, ook hier weer slecht onderhouden, betonnen gebouwen. En het hotel is ook van een wat mindere kwaliteit dan we tot nu toe hebben gehad. Zo op het oog lijkt het heel wat, maar veel is versleten en viezig. De vrouw achter de receptie is ook absoluut niet de vrolijkste of erg behulpzaam. Maar in eerste instantie willen ze ons, per ongeluk, twee losse kamers geven. Maar wij zijn zo dom om eerlijk te zeggen dat er op onze voucher maar 1 triple kamer staat en zo eindigen we in een wat kleine kamer twee bedden. De kruier die onze bagage komt brengen lijkt te gaan regelen dat we alsnog de goede kamer krijgen en even later komt er een kamermeisje ons vertellen dat we naar de kamer ernaast moeten: precies dezelfde kamer, maar hier is een derde bedje bij geplaatst, het past net!
Voor ons avondeten hebben we op advies van de Lonely Planet een restaurantje in de even ongezellig haven van Casablanca opgezocht; Port de la Pêche.


Maandag 17 dec: Casablanca - Rabat
De volgende dag ontbijten we even snel in het hotel en gaan direct op pad voor die enkele bezienswaardigheden hier in Casablanca. Zo ligt het Place Mohammed V vlak achter ons hotel en schijnt dat een mooi plein te zijn met Art Deco stijl gebouwen en daar om de hoek staat de Sacre Coeur, een katholieke kerk, die tegenwoordig dienst doet als cultureel centrum. Beide zaken vallen erg tegen: smutzig, slecht onderhouden en weinig bijzonders. Dus gauw door naar het volgende.

De Hassan II Moskee ligt in het noordwesten van de stad aan de kust. De Moskee is (afhankelijk van welk boekje je geloofd) de op 2, 3 of 4-na grootste Moskee ter wereld. Zoals de naam al doet vermoeden heeft koning Hassan II deze moskee laten bouwen. Er waren 3.000 arbeiders en maar liefst 10.000 ambachtslieden voor nodig om dit enorme gebouw uit de grond te stampen. De meeste materialen komen uit Marokko, maar de 75 enorme kroonluchters en enkele zuilen zijn vanuit Italië geïmporteerd. Er kunnen 25.000 mensen bidden (waaronder 5.000 vrouwen die, zoals in vele moskeeën een aparte ingang hebben) en om dan de lucht te verversen kan het enorme houten dak (net als bij de arena) open. Oh, en voor het comfort is er vloer verwarming en er is een aparte ingang voor de koning. Onder de gebedsruimte is de enorme wasruimte, waar vele slim ontworpen fonteinen staan, zodat iedereen zich volgens vast ritueel kan wassen voordat hij (of zij) de gebedsruimte betreedt.

Na dit pronkwerkje van Casablanca is het echt tijd om deze troosteloze stad te verlaten en gaan we op weg naar Rabat. Daar aangekomen moeten we even zoeken naar onze slaapplaats (Dar Zouhour), want de roze poort in de beschrijving is inmiddels geel en de groene deur tegenover bestaat überhaupt niet meer… Uiteraard zijn hier ook weer parkeermannetjes en een daarvan weet wel waar ons Riad is, dus hij zal ons de weg wel wijzen. Hij heeft een wat bijzonder uiterlijk, loopt een beetje gek en is totaal onverstaanbaar. Hij moet nog aan 3 andere mensen vragen waar we heen moeten, maar nadat we twee hoeken om zijn gegaan en 500 meter verder zijn staan we toch voor de juiste deur. Een deur met een elektronisch cijferslot en de beste man begint in het wilde weg op knopjes te drukken, zonder succes. Ondertussen vraagt hij ons uiteraard om geld voor zijn bewezen dienst en is hij absoluut niet tevreden met de 15 dirham die wij hem geven. Dit is ongeveer 1,5 euro en best veel voor het wijzen van de weg die hij zelf eigenlijk ook niet wist en zeker voor iemand die zo’n 10 euro per dag verdient. Maar hij blijft aandringen en wordt op een gegeven moment echt vervelend. Gelukkig hebben we inmiddels de bel gevonden en wordt er na 4x bellen opgedaan, zodat we ons binnen kunnen verschuilen. Na het inchecken willen we meteen onze bagage uit de auto halen en zodra we een voet buiten de deur zitten staat onze belager weer naast ons en zeurt om geld. Bij de auto staat gelukkig een vriendelijke oude parkeerwachter die de man bij ons weg stuurt en nadat hij nog een paar keer aan onze mouwen heeft getrokken laat hij ons eindelijk met rust.

In Rabat staat een grote Kasbah die we volgens de reisgidsen echt moeten hebben gezien, dus als de brave burgers die we zijn gaan we op onderzoek uit. Deze Kasbah (Kasbah Oudaias) bestaat niet alleen uit een vestingtoren, maar huist een heel dorp met eigen moskeeën en souqs en met een beetje Griekse uitstraling door de wit met blauwe huisjes. Zodra we door de poort zijn zegt een jongen dat we niet de hoofdweg moeten volgen, maar een van de zijstraatjes in moeten gaan om op het grote uitzichtpunt te komen. We volgen dit advies op en zijn binnen de kortste keren hopeloos verdwaald in de wirwar van steegjes. Maar toevalligerwijs (ahum) loopt hier een man die de zelfde kant op loopt en een praatje aanknoopt. Sympathiek wijst hij ons de weg en langzaam begint hij honderduit te vertellen over zijn dorpie. Hoewel we niet om deze gids hebben gevraagd, komen we zo weer op plekken die we anders niet zouden kunnen vinden en leren we dat het centrum van de Kasbah uit de 12e eeuw stamt en dat de buitenste ring in de 17e eeuw door de Andalusiërs is gebouwd. En zo eindigen we uiteindelijk bij café Maure, met een prachtig uitzicht over de klif, waar we door vrienden van onze gids thee en patisserie voorgeschoteld krijgen. En aan het eind van het verhaal natuurlijk weer het ritueel met de betaling. Het begint toch wel vermoeiend te worden om continu dezelfde discussie te voeren…

’s Avonds eten we bij Restaurant Nagi. Een kneuterig Marokkaans restaurant op een overdekt dakterras, waar we aan lage tafels op vrolijke kussens traditioneel Marokkaanse gerechten krijgen. En de hoek is ingericht als een soort Berber tent, waar de hele avond een mannetje verse Berber whisky (munt thee met heel veel honing) aan het brouwen is, die met veel omhaal in kleine glaasjes wordt geschonken.


Dinsdag 18 dec: Rabat – Meknes
Na een ontbijtje in onze Dar, waar overigens een heuse kerstboom staat (!), lopen we naar de ville nouvelle (nieuwe stad) om le Tour Hassan te bekijken. In de 12e eeuw begon sultan Yacoub el-Mansour aan een ambitieus bouwprogramma dat de Koutoubia in Marrakech en de Giralda in Sevilla opleverde. In Rabat wilde hij de op een na grootste moskee bouwen uit die tijd, maar hij overleed voordat het kon worden voltooid. Met als gevolg dat de prachtig gedecoreerde toren die er nu staat, maar de helft is van de geplande hoogte, 44 meter ipv 86 m en dat het enige wat herinnert aan de enorme plannen voor de moskee de 200 zuilen die om de toren heen staan.
Dit grote plein wordt trouwens bewaakt door wachters op paarden. Niet zozeer vanwege de onvoltooide moskee, maar vooral omdat daarnaast het Mausoleum van Mohammed V is gebouwd. Zoals de naam al doet vermoeden is dit mausoleum gebouwd voor Mohammed V in 1962. Mohammed V was de eerste koning van de moderne staat Marokko en veteraan van de onafhankelijkheidsbeweging met een lange staat van dienst. Deze koning wordt duidelijk vereerd in Marokko en in alle grote steden draagt een van de hoofdwegen dan ook zijn naam. Zoals een Mausoleum betaamd is deze ‘tempel’ uitbundig versierd en overal waar je kijkt ontdek je weer nieuwe details.

Vervolgens stappen we, na weer enig gebakkelei met de eerder parkeerwachter, in de auto richting Meknes. Meknes bestond al een tijdje toen het in de 17e eeuw het hart veroverde van Sultan Mouley Ismael. Hij maakte van Meknes een hoofdstad die zijn macht waardig was en vanwege het buitensporige resultaat wordt het ook wel het ‘Versailles van Marokko’ genoemd. Als we de Ville Imperial binnen rijden snappen we waarom. De weg loopt tussen 2 hele hoge muren waarachter grote paleizen liggen. Alle ingangen worden bewaakt door politie en soldaten, aangezien het hoofdgebouw nog steeds als paleis in gebruik is. Als je een paar centjes te spenderen hebt en graag een balletje slaat zou de hoofdpoort mogen passeren om een balletje af te slaan op de Royal Golf Club in de tuin van het paleis. In totaal staat er 43 km van deze hoge muren om de stad, maar daar binnen zijn veel van de geplande paleizen en tuinen niet eens gebouwd.
Ons hotel, Palais Didi, ligt net in de Ville Imperial en is ingericht als een waar paleis. Wij krijgen 2 enorme kamers aan de binnentuin met grote hemelbedden en enorme baden in de badkamer. Die laatste zijn gemetseld en duren minstens een half uur voordat ze zijn gevuld, dus laten we maar voor wat ze zijn.
Als we vanaf ons paleisje de muren volgen en de hoek om gaan komen we bij het Mausoleum van Mouley Ismael. Een groot en pronkzuchtig grafcomplex wat je van zo’n man mag verwachten. We moeten eerst door een paar gebedsruimten en binnentuinen die als studiezalen waren bedoeld, voordat we bij de daadwerkelijke grafkamer aan komen. Deze is van boven tot onder volgepropt met gouden versieringen en andere decoraties. Mouley Ismael wordt door veel Marokkanen beschouwd als heilige plaats en het Mausoleum is dan ook een pelgrimsplaats voor veel van hen. Als niet-moslim mag je de daadwerkelijke tombe niet benaderen, maar vanachter het hekje bij de deur is al te zien dat deze man van protserigheid hield.
Vanaf het mausoleum lopen we weer door langs de muren naar de Medina. Om die in te komen moet je door een poort. De grootste poort de Bap Mansour is een van de mooist gedecoreerde poorten van Marokko. De poort zelf is dicht, maar vanaf de andere kant zien we inderdaad een enorme houten deur in een schitterende poort. Een meesterwerk van gebeeldhouwde krullen, mooie bogen en schitterende gevels met blauwe en witte zellij-tegels.
Direct achter deze poort ligt het Place el-Hedime. Dit plein is door Mouley Ismael gecreëerd door de wijk binnen deze Kasbah met de grond gelijk te maken. Doordat de muren van de oorspronkelijke kasbah er nog staan heeft het plein een knussere sfeer dan het Djaama el Fna in Marrakech. Maar ook hier zijn er verhalenvertellers, marktkooplui en eettentjes in overvloed. Vanaf het plein lopen we de souq in. De souqs in Meknes zijn vooral gericht op de lokale bevolking en niet zozeer op de toeristen, dus we kunnen ons ongestoord door de drukte laten mee voeren en rondkijken. Van alles wordt aangeboden: kleding, voedsel, schoenen, noem het maar op! Hier in Marokko hebben ze niet echt winkels zoals wij die kennen, maar eigenlijk zijn hun (overdekte) souqs een grote zwarte markt/Bazaar.
Aan het eind van de middag zoeken we een plekje op het terras van een van de restaurantjes OP de muren van het Place el-Hedime. Vanaf hier hebben we een schitterend uitzicht over het plein en de stad en onder het genot van Marokkaanse muntthee zien we de zon onder gaan. Onder ons op het plein zien we de kring om 3 jonge jongens steeds groter worden en hoewel de verhalenvertellers op het plein nadrukkelijk niet voor toeristen zijn, kunnen wij vanuit onze stoeltjes wel genieten van hun acrobatische kunsten.

Als de zon helemaal onder is beginnen onze maagjes te knorren en gaan we op zoek naar een leuk plekje om te eten. We lopen een van de donkere straatjes achter het plein in waar veel van de restaurantjes schijnen te zitten. We zien enkele borden hangen en wanneer we de Lonely Planet er op na slaan komt er een man naar ons toe met de vraag of Restaurant Mille Et Une Nuits er ook in staat. Wij antwoorden dat dat zo is en vragen meteen of hij weet of het eten goed is. Daarop antwoordt hij “dat weet ik niet, maar ik ben de eigenaar, dus als jullie het willen proberen zijn jullie welkom!” Dus zo komt het dat we even later een donker steegje inlopen en een deur doorgaan waarna we midden in een soort woonkamer staan. De kinderen zitten er zelfs te spelen.
Of we meteen willen bestellen wat we willen eten en dan nog even 3 kwartier onszelf kunnen vermaken in de medina? Want al het eten wordt op bestelling vers van de markt gehaald, dus we moeten even wachten voordat het klaar is…
Nadat we nog een klein uurtje door de souqs geslenterd zijn krijgen we een heerlijke maaltijd voorgezet. Marokkaanse soep, Marokkaanse salade, Kefta en Tajine van groente en vlees. Eerst zijn we de enige die in dit huiselijke restaurantje zitten te eten, maar even later komen er nog 2 Nederlandse stellen binnenlopen. Die Hollanders weten elkaar ook overal ter wereld te vinden! :S


Woensdag 19 dec: Meknes – Fes
De volgende ochtend krijgen we weer een uitgebreid ontbijt. De ontbijtruimte ligt op de tweede verdieping vanaf waar we leuk uitkijken op onze paleisje. En nog een verdieping hoger hebben we vanaf het dakterras uitzicht over de stad!

We gaan opzoek naar de stallen van Meknes en dit blijkt nog een hele zoektocht te zijn! Terwijl we de Ville Imperial rondrijden, zien we de soldaten van de Militaire Academie hun ochtendrondje rennen, maar niemand kan ons vertellen waar we de beroemde (?) stallen kunnen vinden. Na veel navraag en van hot naar her te zijn gereden komen we uiteindelijk uit bij deur in een van de muren met een piepklein bordje: Heri es-Souani. Achter deze deuren gaan de immense graanschuren en stallen van Mouley Ismael schuil. Hoewel het dak grotendeels in ingestort en het onkruid door de voormalige stallen woekert, is nog wel terug te zien hoe groot dit gebouw moet zijn geweest. In zijn hoogtijdagen werden hier 12.000 paarden gestald! In sommige ruimtes staan nog enkele overblijfselen van de ondergrondse waterkanalen. Dit moet een ingenieus bouwwerk zijn geweest en Ismael was er trots op!
Maar dit waren eigenlijk niet de stallen die we zochten. In ons National Geographic boekje wordt namelijk gesproken over Haras de Meknes, een van de grootste en meest gerespecteerde stoeterijen van Marokko. Hier hebben ze 450 volbloed paarden die worden gebruikt voor races en fokprogramma’s. De stoeterij beslaat zo’n 80 hectare en je zou toch denken dat dat niet te missen is. Maar de beschrijving van het boekje is erg onduidelijk en niemand van de politie/soldaten/inwoners van Meknes weet van het bestaan. Dus na 3 rondjes door de stad te hebben gereden hebben we wel een soort Hippodrome gevonden, maar hebben we nog geen paard of stal gezien en geven we het op.

Enkele kilometers ten noorden van Meknes ligt Volubilis. Het is een van de best geconserveerde en grootste Romeinse opgravingen ter wereld en de belangrijkste archeologische vindplaats in Marokko en staat daarom ook op de werelderfgoedlijst. Via een prachtige bergweg komen we aan bij Mouley Idris (een voor moslims heilige stad, maar op het oog niet zo heel boeiend) en nog even verder bij Volubilis. Na het betalen van de entreeprijs en het afslaan van de diensten van meerdere gidsen wanen we ons echt even in Italië. Dit is veel bekender terrein dan de ruines van moskeeën en medina’s. Op ons gemak lopen we door wat ooit het capitool was en de rosse buurt en langs toegangspoorten en tempels. Althans, dat is wat we vernemen van een opdringerige gids, want bordjes of andere manieren van informatieverstrekking kennen ze hier niet. De hele opgraving is maar matig onderhouden en de ons zo vertrouwde informatiebordjes ontbreken, maar al met al zeker de moeite waard!

Vanaf daar nemen we een bergweg naar Fes, die ons langs allerlei leuke dorpjes en over mooie paadjes leidt. Tot we in Fes aankomen. Hier is het verkeer ook weer heerlijk chaotisch en ergens midden op een drukke straat klopt er een man op een scooter naast ons op het raam en vraagt of we toeristen zijn en waar we heen moeten, misschien kan hij wel helpen. Ons Riad schijnt inderdaad lastig te vinden zijn, dus moeten we ons melden bij de McDonald’s aan de rand van de stad, waar iemand van de Riad ons op zal komen halen. De man op de scooter schippert ons door het verkeer naar de Macdonald en aangezien hij weet in welk Riad we moeten zijn wil hij ons best even daar heen brengen. Als hij ons netjes bij ons Riad heeft afgezet en wij hem wat willen geven voor de moeite, zegt hij tot onze verbazing dat hij niets hoeft te hebben! Maar… zijn broer is gids (een officiële) en als wij hem nou boeken voor een tour door Fes morgen voor 150 dirham (een zeer redelijke prijs) dan beschouwt hij zijn hulp als een vriendendienstje. Aangezien de reisgidsen adviseren met een gids op stap te gaan door Fes, enerzijds omdat het een groot doolhof is en anderzijds zodat de rest van de gidsen je dan met rust laten, besluiten we op dit aanbod in te gaan.

We verblijven de komende twee nachten in Riad Pacha, een villa die er jaren terug prachtig uit zal hebben gezien, maar nu met achterstallig onderhoud kampt. Rachid, de eigenaar, is een beetje een gladjakker met mooie praatjes. Na de bekende formuliertjes te hebben ingevuld en een glaasje thee te hebben gedronken, moeten we nog een tijd wachten voor we in de kamer kunnen. Er moet eerst nog iets gefikst worden… Er is geen warm water. Even later is dat er nog steeds is, maar we worden wel naar onze kamer gebracht. 2 kamers in redelijke conditie.

Aangezien we behoorlijk moe zijn van het gejakker van de ene stad naar de andere doen we een kort powernapje en gaan dan op zoek naar een leuk restaurantje. Rachid prijst ons er een paar aan, maar we kiezen uiteindelijk voor de top choice van de Lonely Planet: Clock, op 5 minuutjes lopen. Een leuk, modern restaurantje met 4 verdiepingen, midden tussen de winkeltjes van de souq. Een groep vrienden is gezellig aan het jammen en zingen nummers van John Johnson en Bruno Mars. Op de kaart staan naast traditionele maaltijden, ook wat Europese gerechten. We kiezen voor de Lamsburger en de Kamelenburger. Een uitstekende keuze! Heerlijk geroosterd brood met een goede dikke burger! Die van lam wordt vergezeld door een hint van mint en de kamelenburger is een ware cheeseburger! Genieten!


Donderdag 20 dec: Fès
Vandaag gaan we op pad met de gister bestelde gids Idris. Hij staat keurig op ons te wachten op de parkeerplaats, met het briefje van zijn broer met onze naam. We stappen meteen in de auto om de tour te beginnen. We zullen eerst wat andere dingen bekijken, omdat de medina zelf pas om 11 uur levendig wordt. Terwijl hij uitleg geeft over het politieke systeem in Marokko en het ontstaan van Fes, wijst Idris ons de weg naar de Poort met de zeven deuren van het Koninklijke Paleis en naar de top van een berg, vanaf waar we een fantastisch uitzicht over de stad en een uitgestrekte begraafplaats hebben.
Daarna gaan we naar een pottenbakkerij, waar we door een lokale gids uitleg krijgen over het proces van het vormen en bakken van al het mooie steenwerk van Marokko. Het is verbazingwekkend om te zien met hoeveel gemak er een prachtige schotel op een draaitafel ‘gekleid’ wordt en even verderop beschilderd wordt met de meest uiteenlopende motieven, die zo uit de losse pols op de gebakken schalen wordt geschilderd. En weer even verder laten ze zien hoe ze hele tafels en fonteinen versieren met de mooiste mozaïeken. We eindigen uiteindelijk natuurlijk in de winkel, waar Anne Mieke en Marlieke hebberig rond kijken naar de prachtig gekleurde tajines, schalen, potjes en vazen. Maar helaas (of gelukkig) moeten ze concluderen dat het onmogelijk heelhuids mee te nemen is in onze koffers. Maar… we kunnen het altijd nog laten importeren! ;-)

Vanaf daar gaan we naar de medina. Door de Fassi zelf (= inwoners van Fes) bestempeld als de mooiste en meest authentieke medina van Marokko. Allereerst brengt Idris ons door alle kriskrasstraatjes naar de Kairaouine Moskee en universiteit. Deze universiteit is de oudste ter wereld en bestaat al sinds de 9e eeuw. Zoals de reisgidsen al waarschuwen is deze medina een groot doolhof en is het moeilijk om op eigen houtje iets te vinden. Zo zouden we deze enorme moskee, waar wel 20.000 mensen in kunnen bidden, nooit hebben gevonden. Hij staat namelijk niet op een groots plein, zoals veel van de grote moskee’s, maar is helemaal ingebouwd door alle huizen en winkeltjes eromheen. Er is geen vrije muur te ontdekken en de grote toegangsdeur staat dan plotseling zonder enige ophef in een of ander straatje. Je zou er zo voorbij zijn gelopen. Helaas mogen we hier als niet-moslims niet naar binnen, maar een van de traditionele mannen bij de deur biedt enthousiast aan om wat foto’s voor ons te maken van de binnenplaats, dus zo hebben we toch nog een beetje kunnen kijken. Daarna leidt Idris ons langs een van de medersa’s (= Koranschool; Medersa el-Attarine) en coöperatieven van borduursters, weverijen en tapijtknoopsters. Bij de laatste komen we weer door een of ander gammel deurtje in een prachtige villa, van boven tot onder behangen met tapijten. Op het dak wordt ons laten zien hoe de tapijten door twee vrouwen met vliegensvlugge handjes worden geknoopt en mogen Anne Mieke en Marlieke ook enkele knoopjes bijdragen. Vervolgens krijgen we twee verdiepingen lager uitleg over de verschillende soorten tapijten (Arabisch, Berbers en Joods). Onder het genot van een kopje muntthee, krijgen we het een na het andere tapijt te zien. En hoewel er nogmaals verteld wordt dat we niet verplicht zijn om te kopen, wordt er toch een heel spektakel opgevoerd om ons toch nog een of twee tapijten te verkopen. “Like a painting, you’re never searching for a carpet, but suddenly you fall in love”. Na honderd keer te hebben gezegd dat we echt geen tapijt gaan kopen, verlaten we uiteindelijk het pand.

Voor de lunch loodst Idris ons naar een wederom prachtig gedecoreerd restaurant, wat ook weer schuilgaat achter een aftands hout deurtje. Hier krijgen we maar liefst vijf gangen voorgeschoteld met traditionele Marokkaanse gerechten (Marokkaanse salade, eigenlijk meer een soort tapas, kefta, couscous, fruit en muntthee met patisserie). Veel te veel, maar oh zo lekker!

Na de lunch gaan we naar de welbekende leerlooierij. Door een of ander sluipdoor-kruipdoor straatje komen we weer in een enorm huis, waar we op de bovenste verdieping neerkijken op een van de grootste leerlooierijen in de stad. In grote bassins worden huiden behandeld met ammoniak en duivenpoep, gewassen en gekleurd. Het ziet er allemaal zeer primitief uit, maar ze beweren het beste leer van het land te maken. Na een rondleiding langs honderden leren tassen, riemen en jassen staan we weer buiten en brengt Idris ons weer terug naar onze auto; de tour zit er op en moe maar vol met nieuwe indrukken komen we even later weer bij ons Riad. Nog steeds is er geen warm water…
Na de uitgebreide lunch vanmiddag hebben we niet zo heel veel trek, maar voor ons avondeten lopen we de medina in voor een simpele maaltijd bij Al Kasbah. En daarna uitgeput naar bed, morgen moeten we de atlas over, zo’n 450 km door de bergen, dus we hebben een lange dag te gaan!


Vrijdag 21 dec: Fès - Erfoud
De dag dat de wereld zal vergaan vertrekken wij naar de woestijn. We hebben een lange tocht voor de boeg. Deze rit leidt ons via de hoge- en de midden-Atlas naar het begin van de woestijn. Het landschap laat zich moeilijk omschrijven, maar eindeloze vlakten wisselen af met vergezichten door ‘canyons’ in de Atlas. Waar de vlakten in het begin nog groen waren, wordt het naar mate de dag vordert steeds bruiner. Eindeloze vlakten met stenen en enkele dorre bosjes. Hoewel we het idee hebben ver van de beschaving te zijn, kan je nergens kijken zonder een paar eenzame hutjes of herders met schapen te zien. Ook in de Atlas zijn er kleine dorpjes op de meest onmogelijke plekken en altijd voorzien van een (mini) moskee.

Wanneer we in de buurt van de woestijn komen blijken, tegen onze verwachtingen, de dorpjes en stadjes juist schoner en moderner te worden. En wanneer de schermer begint te vallen en de zon rechts van ons achter de horizon begint te zakken komen we in de buurt van Erfoud. Hier moeten we, midden in de woestijn, ons hotel voor deze nacht zien te vinden. Klinkt als het zoeken naar een naald in een hooiberg, maar blijkt makkelijker dan gedacht. We vinden het Hotel Kasbah Xaluca namelijk in een rijtje van dit soort “hotels”. Een kasbah is een vestingtoren en als we de afslag nemen die door het grote bord wordt aangegeven rijden we tegen een soort kasteeltje aan. Het oogt als een soort oosters sprookje, dit super kitscherige en luxe onderkomen. De decoraties zijn meer Egyptisch dan Marokkaans, maar dat mag de pret niet drukken. Want er is een buitenzwembad (super koud), maar ook een verwarmd (!) binnenzwembad met jacuzzi! Dat is even lekker bij komen van de lange reis.

Aangezien we niet echt in een dorpje zitten, besluiten we om gewoon hier op het complex te eten. Niet veel bijzonders, maar de magen zijn weer gevuld.



  • 24 December 2012 - 11:45

    John En Magda:

    Hebben genoten van je verslag,Hoe is het weer? Hier is alles goed zijn met de
    voorbereidingen voor Kerst bezig.Goede Reis

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

AnneMieke

Actief sinds 15 Juli 2010
Verslag gelezen: 566
Totaal aantal bezoekers 14291

Voorgaande reizen:

23 Juli 2015 - 19 Augustus 2015

West Canada en Vancouver Island

14 December 2012 - 27 December 2012

Marokko

19 Juli 2010 - 20 Augustus 2010

Argentinië

Landen bezocht: